BPA

BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort                                

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,      Amersfoort, 8 januari 2006.

                                                                                                             

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

Inleiding:  

 

Het voorlopige Bestemmingsplan Buitengebied West 2006 ( waarin o.a. de Zeldertseweg valt ) ligt thans ter inzage en voor de agrariërs wordt daar omtrent er een apart inloopspreekuur georganiseerd. Rond dit gebied, het zogenaamde “Open Slagenlandschap “, is reeds de nodige commotie geweest met betrekking tot de verplaatsing (en uitbreiding ) uit Vathorst van de intensieve varkenshouderij van de fam.Van Wee.

 

Uit de plankaart blijkt duidelijk dat pal naast het bouwblok van de fam. Van Wee aan de Zeldertseweg een hoge druk hoofdtransportleiding van aardgas loopt. ( met de code I. )

De minimale veiligheidsafstand van zo’n hoofdtransportleiding is aan beide zijde 20 meter. Binnen die afstand mag geen nieuwbouw gepleegd worden.  Volgens informatie van de Nederlandse Gas Unie en het RIVM moet deze afstand / veiligheidszone waar nog mogelijk eigenlijk aan beide zijde van de hoge druk hoofdtransportleiding van aardgas 50 meter zijn ! Ook is het college wettelijk verplicht in dit soort situaties vooraf door het RIVM een risicoanalyse te laten maken.

 

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

 

1.       Is het college op de hoogte dat deze hoge druk hoofdtransportleiding van aardgas ( met de code I. ) pal naast het bouwblok van de fam. Van Wee loopt?

2.       Hoe denkt het college deze minimale veiligheidsafstand van 20 meter ( 50 meter volgens de Nederlandse Gas Unie / RIVM ) te gaan invullen ?

3.       Is volgens het college nieuwbouw door de fam. Van Wee op hun perceel nog wel mogelijk als aan alle wettelijk verplichte veiligheidsmarges rondom deze hoge druk hoofdtransportleiding van aardgas ( met de code I. ) wordt voldaan ?

4.       Heeft het college de wettelijk verplichte risicoanalyse door het RIVM laten maken en wat is daarvan de uitslag?

5.       Heeft het college ondertussen reeds alternatieve oplossingen voor de fam. Van Wee uitgewerkt ?

 

In afwachting van uw spoedige antwoorden,

( graag uw reactie ook in Word aan: vanwegenjoh@hetnet.nl )

 

Namens de Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

Kees Kraanen

Gerard van Vliet

Hans van Wegen

 

 

 

 

__________________________________________________________________________________

 

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 28 januari 2006 ).

__________________________________________________________________________________

 

 

1.  Ja, haaks op de Zeldertseweg loopt een aardgastransportleiding van de Gasunie. De afstand van deze leiding tot het bouwblok van het agrarische bedrijf is 14 meter. De afstand tot de bedrijfs­bebouwing is 17 meter of meer en de afstand tot de bedrijfswoning is ongeveer 27 meter. Het betreft een leiding met een doorsnede van ongeveer 20 cm en een druk van 40 bar. De gasleiding is niet alleen in het nieuwe bestemmingsplan, maar ook reeds in het vigerende bestemmingsplan en het wijzigingsplan voor dit bedrijf ingetekend. In de toelichting op de verschillende plannen wordt op de leiding ingegaan. Het wijzigingsplan is inmiddels goedgekeurd en onherroepelijk.

 

2.  Voor deze gasleiding is de ministeriële circulaire “Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen” uit 1984 van toepassing. Volgens deze circulaire geldt voor deze leiding een Toetsingsafstand van 20 meter. De Toetsingsafstand is de afstand die bij voorkeur aangehouden dient te worden bij het projecteren van woonbebouwing (zoals een woonwijk) of bijzondere objecten (zoals een ziekenhuis). Daarnaast gelden Veiligheidsafstanden. De Veiligheidsafstand is de minimale afstand die te allen tijde gerespecteerd dient te worden. De Veiligheidsafstand heeft dezelfde betekenis als de 10‑6 risicocontour zoals die in het externe veiligheidsbeleid wordt gehanteerd. Zowel voor incidentele woonbebouwing (zoals de bedrijfswoning), als voor overige gebouwen (zoals schuren en stallen) geldt een Veiligheidsafstand van 4 meter. De woning wordt dus buiten de Toetsingsafstand gebouwd en alle bebouwing valt ruim buiten de Veiligheidsafstand.

     Het is bekend dat op rijksniveau wordt gewerkt aan nieuw regels met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Er zijn op dit moment echter nog geen nieuwe beleidsvoornemens gepubliceerd, laat staan in werking getreden. Dat betekent dat de circulaire uit 1984 richtinggevend is.

 

3.  Ja.

 

4.  Omdat aan alle afstandscriteria wordt voldaan is geen risicoanalyse verricht.

 

5.  Nee.

 

 


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen